Vervoeging van loszitten

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik zit los
    • jij zit los
    • hij/zij/het zit los
    • wij zitten los
    • jullie zitten los
    • zij zitten los
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik zat los
    • jij zat los
    • hij/zij/het zat los
    • wij zaten los
    • jullie zaten los
    • zij zaten los
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb losgezeten
    • jij hebt losgezeten
    • hij/zij/het heeft losgezeten
    • wij hebben losgezeten
    • jullie hebben losgezeten
    • zij hebben losgezeten
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had losgezeten
    • jij had losgezeten
    • hij/zij/het had losgezeten
    • wij hadden losgezeten
    • jullie hadden losgezeten
    • zij hadden losgezeten
  • Toekomende tijd I

    • ik zal loszitten
    • jij zult loszitten
    • hij/zij/het zal loszitten
    • wij zullen loszitten
    • jullie zullen loszitten
    • zij zullen loszitten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal losgezeten hebben
    • jij zult losgezeten hebben
    • hij/zij/het zal losgezeten hebben
    • wij zullen losgezeten hebben
    • jullie zullen losgezeten hebben
    • zij zullen losgezeten hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou loszitten
    • jij zou loszitten
    • hij/zij/het zou loszitten
    • wij zouden loszitten
    • jullie zouden loszitten
    • zij zouden loszitten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben losgezeten
    • jij zou hebben losgezeten
    • hij/zij/het zou hebben losgezeten
    • wij zouden hebben losgezeten
    • jullie zouden hebben losgezeten
    • zij zouden hebben losgezeten
  • Imperatief

    • jij zit los
    • jullie zit los