Vervoeging van matigen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik matig
    • jij matigt
    • hij/zij/het matigt
    • wij matigen
    • jullie matigen
    • zij matigen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik matigde
    • jij matigde
    • hij/zij/het matigde
    • wij matigden
    • jullie matigden
    • zij matigden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gematigd
    • jij hebt gematigd
    • hij/zij/het heeft gematigd
    • wij hebben gematigd
    • jullie hebben gematigd
    • zij hebben gematigd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gematigd
    • jij had gematigd
    • hij/zij/het had gematigd
    • wij hadden gematigd
    • jullie hadden gematigd
    • zij hadden gematigd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal matigen
    • jij zult matigen
    • hij/zij/het zal matigen
    • wij zullen matigen
    • jullie zullen matigen
    • zij zullen matigen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gematigd hebben
    • jij zult gematigd hebben
    • hij/zij/het zal gematigd hebben
    • wij zullen gematigd hebben
    • jullie zullen gematigd hebben
    • zij zullen gematigd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou matigen
    • jij zou matigen
    • hij/zij/het zou matigen
    • wij zouden matigen
    • jullie zouden matigen
    • zij zouden matigen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gematigd
    • jij zou hebben gematigd
    • hij/zij/het zou hebben gematigd
    • wij zouden hebben gematigd
    • jullie zouden hebben gematigd
    • zij zouden hebben gematigd
  • Imperatief

    • jij matig
    • jullie matigt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van matigen