Vervoeging van memoriseren
Onbepaalde wijs (infinitief): memoriseren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik memoriseer
- jij memoriseert
- hij/zij/het memoriseert
- wij memoriseren
- jullie memoriseren
- zij memoriseren
Indicativo presente
- yo recuerdo
- tú recuerdas
- él/ella recuerda
- nosotros recordamos
- vosotros recordáis
- ellos/ellas recuerdan
Onvoltooid verleden tijd
- ik memoriseerde
- jij memoriseerde
- hij/zij/het memoriseerde
- wij memoriseerden
- jullie memoriseerden
- zij memoriseerden
Indefinido
- yo recordé
- tú recordaste
- él/ella recordó
- nosotros recordamos
- vosotros recordasteis
- ellos/ellas recordaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gememoriseerd
- jij hebt gememoriseerd
- hij/zij/het heeft gememoriseerd
- wij hebben gememoriseerd
- jullie hebben gememoriseerd
- zij hebben gememoriseerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he recordado
- tú has recordado
- él/ella ha recordado
- nosotros hemos recordado
- vosotros habéis recordado
- ellos/ellas han recordado
Voltooid verleden tijd
- ik had gememoriseerd
- jij had gememoriseerd
- hij/zij/het had gememoriseerd
- wij hadden gememoriseerd
- jullie hadden gememoriseerd
- zij hadden gememoriseerd
Pluscuamperfecto
- yo había recordado
- tú habías recordado
- él/ella había recordado
- nosotros habíamos recordado
- vosotros habíais recordado
- ellos/ellas habían recordado
Toekomende tijd I
- ik zal memoriseren
- jij zult memoriseren
- hij/zij/het zal memoriseren
- wij zullen memoriseren
- jullie zullen memoriseren
- zij zullen memoriseren
Futuro I
- yo recordaré
- tú recordarás
- él/ella recordará
- nosotros recordaremos
- vosotros recordaréis
- ellos/ellas recordarán
Toekomende tijd II
- ik zal gememoriseerd hebben
- jij zult gememoriseerd hebben
- hij/zij/het zal gememoriseerd hebben
- wij zullen gememoriseerd hebben
- jullie zullen gememoriseerd hebben
- zij zullen gememoriseerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré recordado
- tú habrás recordado
- él/ella habrá recordado
- nosotros habremos recordado
- vosotros habréis recordado
- ellos/ellas habrán recordado
Conditionalis I
- ik zou memoriseren
- jij zou memoriseren
- hij/zij/het zou memoriseren
- wij zouden memoriseren
- jullie zouden memoriseren
- zij zouden memoriseren
Condicional
- yo recordaría
- tú recordarías
- él/ella recordaría
- nosotros recordaríamos
- vosotros recordaríais
- ellos/ellas recordarían
Conditionalis II
- ik zou hebben gememoriseerd
- jij zou hebben gememoriseerd
- hij/zij/het zou hebben gememoriseerd
- wij zouden hebben gememoriseerd
- jullie zouden hebben gememoriseerd
- zij zouden hebben gememoriseerd
Condicional perfecto
- yo habría recordado
- tú habrías recordado
- él/ella habría recordado
- nosotros habríamos recordado
- vosotros habríais recordado
- ellos/ellas habrían recordado
Imperatief
- jij memoriseer
- jullie memoriseert
Imperativo presente
- tú recuerda
- vosotros recordad