Vervoeging van nameten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik meet na
- jij meet na
- hij/zij/het meet na
- wij meten na
- jullie meten na
- zij meten na
Present
- I crack
- you crack
- he/she/it cracks
- we crack
- you crack
- they crack
Onvoltooid verleden tijd
- ik mat na
- jij mat na
- hij/zij/het mat na
- wij maten na
- jullie maten na
- zij maten na
Simple past
- I cracked
- you cracked
- he/she/it cracked
- we cracked
- you cracked
- they cracked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagemeten
- jij hebt nagemeten
- hij/zij/het heeft nagemeten
- wij hebben nagemeten
- jullie hebben nagemeten
- zij hebben nagemeten
Present perfect
- I have cracked
- you have cracked
- he/she/it has cracked
- we have cracked
- you have cracked
- they have cracked
Voltooid verleden tijd
- ik had nagemeten
- jij had nagemeten
- hij/zij/het had nagemeten
- wij hadden nagemeten
- jullie hadden nagemeten
- zij hadden nagemeten
Past perfect
- I had cracked
- you had cracked
- he/she/it had cracked
- we had cracked
- you had cracked
- they had cracked
Toekomende tijd I
- ik zal nameten
- jij zult nameten
- hij/zij/het zal nameten
- wij zullen nameten
- jullie zullen nameten
- zij zullen nameten
Future
- I will crack
- you will crack
- he/she/it will crack
- we will crack
- you will crack
- they will crack
Toekomende tijd II
- ik zal nagemeten hebben
- jij zult nagemeten hebben
- hij/zij/het zal nagemeten hebben
- wij zullen nagemeten hebben
- jullie zullen nagemeten hebben
- zij zullen nagemeten hebben
Future perfect
- I will have cracked
- you will have cracked
- he/she/it will have cracked
- we will have cracked
- you will have cracked
- they will have cracked
Conditionalis I
- ik zou nameten
- jij zou nameten
- hij/zij/het zou nameten
- wij zouden nameten
- jullie zouden nameten
- zij zouden nameten
Conditional present
- I would crack
- you would crack
- he/she/it would crack
- we would crack
- you would crack
- they would crack
Conditionalis II
- ik zou hebben nagemeten
- jij zou hebben nagemeten
- hij/zij/het zou hebben nagemeten
- wij zouden hebben nagemeten
- jullie zouden hebben nagemeten
- zij zouden hebben nagemeten
Conditional perfect
- I would have cracked
- you would have cracked
- he/she/it would have cracked
- we would have cracked
- you would have cracked
- they would have cracked
Imperatief
- jij meet na
- jullie meet na
Imperative
- you crack
- you crack