Vervoeging van nasynchroniseren

Onbepaalde wijs (infinitief): nasynchroniseren

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik synchroniseer na
  • jij synchroniseert na
  • hij/zij/het synchroniseert na
  • wij synchroniseren na
  • jullie synchroniseren na
  • zij synchroniseren na

Präsens Indikativ

  • ich verdopp(e)le
  • du verdoppelst
  • er/sie/es verdoppelt
  • wir verdoppeln
  • ihr verdoppelt
  • sie verdoppeln

Onvoltooid verleden tijd

  • ik synchroniseerde na
  • jij synchroniseerde na
  • hij/zij/het synchroniseerde na
  • wij synchroniseerden na
  • jullie synchroniseerden na
  • zij synchroniseerden na

Präteritum Indikativ

  • ich verdoppelte
  • du verdoppeltest
  • er/sie/es verdoppelte
  • wir verdoppelten
  • ihr verdoppeltet
  • sie verdoppelten

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb nagesynchroniseerd
  • jij hebt nagesynchroniseerd
  • hij/zij/het heeft nagesynchroniseerd
  • wij hebben nagesynchroniseerd
  • jullie hebben nagesynchroniseerd
  • zij hebben nagesynchroniseerd

Perfekt Indikativ

  • ich habe verdoppelt
  • du hast verdoppelt
  • er/sie/es hat verdoppelt
  • wir haben verdoppelt
  • ihr habt verdoppelt
  • sie haben verdoppelt

Voltooid verleden tijd

  • ik had nagesynchroniseerd
  • jij had nagesynchroniseerd
  • hij/zij/het had nagesynchroniseerd
  • wij hadden nagesynchroniseerd
  • jullie hadden nagesynchroniseerd
  • zij hadden nagesynchroniseerd

Plusquamperfekt Indikativ

  • ich hatte verdoppelt
  • du hattest verdoppelt
  • er/sie/es hatte verdoppelt
  • wir hatten verdoppelt
  • ihr hattet verdoppelt
  • sie hatten verdoppelt

Toekomende tijd I

  • ik zal nasynchroniseren
  • jij zult nasynchroniseren
  • hij/zij/het zal nasynchroniseren
  • wij zullen nasynchroniseren
  • jullie zullen nasynchroniseren
  • zij zullen nasynchroniseren

Futur I Indikativ

  • ich werde verdoppeln
  • du wirst verdoppeln
  • er/sie/es wird verdoppeln
  • wir werden verdoppeln
  • ihr werdet verdoppeln
  • sie werden verdoppeln

Toekomende tijd II

  • ik zal nagesynchroniseerd hebben
  • jij zult nagesynchroniseerd hebben
  • hij/zij/het zal nagesynchroniseerd hebben
  • wij zullen nagesynchroniseerd hebben
  • jullie zullen nagesynchroniseerd hebben
  • zij zullen nagesynchroniseerd hebben

Futur II Indikativ

  • ich werde verdoppelt haben
  • du wirst verdoppelt haben
  • er/sie/es wird verdoppelt haben
  • wir werden verdoppelt haben
  • ihr werdet verdoppelt haben
  • sie werden verdoppelt haben

Conditionalis I

  • ik zou nasynchroniseren
  • jij zou nasynchroniseren
  • hij/zij/het zou nasynchroniseren
  • wij zouden nasynchroniseren
  • jullie zouden nasynchroniseren
  • zij zouden nasynchroniseren

Futur I Konjunktiv II

  • ich würde verdoppeln
  • du würdest verdoppeln
  • er/sie/es würde verdoppeln
  • wir würden verdoppeln
  • ihr würdet verdoppeln
  • sie würden verdoppeln

Conditionalis II

  • ik zou hebben nagesynchroniseerd
  • jij zou hebben nagesynchroniseerd
  • hij/zij/het zou hebben nagesynchroniseerd
  • wij zouden hebben nagesynchroniseerd
  • jullie zouden hebben nagesynchroniseerd
  • zij zouden hebben nagesynchroniseerd

Futur II Konjunktiv II

  • ich würde verdoppelt haben
  • du würdest verdoppelt haben
  • er/sie/es würde verdoppelt haben
  • wir würden verdoppelt haben
  • ihr würdet verdoppelt haben
  • sie würden verdoppelt haben

Imperatief

  • jij synchroniseer na
  • jullie synchroniseert na

Imperativ

  • du verdopp(e)le
  • ihr verdoppelt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van nasynchroniseren