Vervoeging van oplichten
Onbepaalde wijs (infinitief): oplichten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik licht op
- jij licht op
- hij/zij/het licht op
- wij lichten op
- jullie lichten op
- zij lichten op
Present
- I dupe
- you dupe
- he/she/it dupes
- we dupe
- you dupe
- they dupe
Onvoltooid verleden tijd
- ik lichtte op
- jij lichtte op
- hij/zij/het lichtte op
- wij lichtten op
- jullie lichtten op
- zij lichtten op
Simple past
- I duped
- you duped
- he/she/it duped
- we duped
- you duped
- they duped
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgelicht
- jij hebt opgelicht
- hij/zij/het heeft opgelicht
- wij hebben opgelicht
- jullie hebben opgelicht
- zij hebben opgelicht
Present perfect
- I have duped
- you have duped
- he/she/it has duped
- we have duped
- you have duped
- they have duped
Voltooid verleden tijd
- ik had opgelicht
- jij had opgelicht
- hij/zij/het had opgelicht
- wij hadden opgelicht
- jullie hadden opgelicht
- zij hadden opgelicht
Past perfect
- I had duped
- you had duped
- he/she/it had duped
- we had duped
- you had duped
- they had duped
Toekomende tijd I
- ik zal oplichten
- jij zult oplichten
- hij/zij/het zal oplichten
- wij zullen oplichten
- jullie zullen oplichten
- zij zullen oplichten
Future
- I will dupe
- you will dupe
- he/she/it will dupe
- we will dupe
- you will dupe
- they will dupe
Toekomende tijd II
- ik zal opgelicht hebben
- jij zult opgelicht hebben
- hij/zij/het zal opgelicht hebben
- wij zullen opgelicht hebben
- jullie zullen opgelicht hebben
- zij zullen opgelicht hebben
Future perfect
- I will have duped
- you will have duped
- he/she/it will have duped
- we will have duped
- you will have duped
- they will have duped
Conditionalis I
- ik zou oplichten
- jij zou oplichten
- hij/zij/het zou oplichten
- wij zouden oplichten
- jullie zouden oplichten
- zij zouden oplichten
Conditional present
- I would dupe
- you would dupe
- he/she/it would dupe
- we would dupe
- you would dupe
- they would dupe
Conditionalis II
- ik zou hebben opgelicht
- jij zou hebben opgelicht
- hij/zij/het zou hebben opgelicht
- wij zouden hebben opgelicht
- jullie zouden hebben opgelicht
- zij zouden hebben opgelicht
Conditional perfect
- I would have duped
- you would have duped
- he/she/it would have duped
- we would have duped
- you would have duped
- they would have duped
Imperatief
- jij licht op
- jullie licht op
Imperative
- you dupe
- you dupe