Vervoeging van opvoeden
Onbepaalde wijs (infinitief): opvoeden
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik voed op
- jij voedt op
- hij/zij/het voedt op
- wij voeden op
- jullie voeden op
- zij voeden op
Präsens Indikativ
- ich kultiviere
- du kultivierst
- er/sie/es kultiviert
- wir kultivieren
- ihr kultiviert
- sie kultivieren
Onvoltooid verleden tijd
- ik voedde op
- jij voedde op
- hij/zij/het voedde op
- wij voedden op
- jullie voedden op
- zij voedden op
Präteritum Indikativ
- ich kultivierte
- du kultiviertest
- er/sie/es kultivierte
- wir kultivierten
- ihr kultiviertet
- sie kultivierten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgevoed
- jij hebt opgevoed
- hij/zij/het heeft opgevoed
- wij hebben opgevoed
- jullie hebben opgevoed
- zij hebben opgevoed
Perfekt Indikativ
- ich habe kultiviert
- du hast kultiviert
- er/sie/es hat kultiviert
- wir haben kultiviert
- ihr habt kultiviert
- sie haben kultiviert
Voltooid verleden tijd
- ik had opgevoed
- jij had opgevoed
- hij/zij/het had opgevoed
- wij hadden opgevoed
- jullie hadden opgevoed
- zij hadden opgevoed
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte kultiviert
- du hattest kultiviert
- er/sie/es hatte kultiviert
- wir hatten kultiviert
- ihr hattet kultiviert
- sie hatten kultiviert
Toekomende tijd I
- ik zal opvoeden
- jij zult opvoeden
- hij/zij/het zal opvoeden
- wij zullen opvoeden
- jullie zullen opvoeden
- zij zullen opvoeden
Futur I Indikativ
- ich werde kultivieren
- du wirst kultivieren
- er/sie/es wird kultivieren
- wir werden kultivieren
- ihr werdet kultivieren
- sie werden kultivieren
Toekomende tijd II
- ik zal opgevoed hebben
- jij zult opgevoed hebben
- hij/zij/het zal opgevoed hebben
- wij zullen opgevoed hebben
- jullie zullen opgevoed hebben
- zij zullen opgevoed hebben
Futur II Indikativ
- ich werde kultiviert haben
- du wirst kultiviert haben
- er/sie/es wird kultiviert haben
- wir werden kultiviert haben
- ihr werdet kultiviert haben
- sie werden kultiviert haben
Conditionalis I
- ik zou opvoeden
- jij zou opvoeden
- hij/zij/het zou opvoeden
- wij zouden opvoeden
- jullie zouden opvoeden
- zij zouden opvoeden
Futur I Konjunktiv II
- ich würde kultivieren
- du würdest kultivieren
- er/sie/es würde kultivieren
- wir würden kultivieren
- ihr würdet kultivieren
- sie würden kultivieren
Conditionalis II
- ik zou hebben opgevoed
- jij zou hebben opgevoed
- hij/zij/het zou hebben opgevoed
- wij zouden hebben opgevoed
- jullie zouden hebben opgevoed
- zij zouden hebben opgevoed
Futur II Konjunktiv II
- ich würde kultiviert haben
- du würdest kultiviert haben
- er/sie/es würde kultiviert haben
- wir würden kultiviert haben
- ihr würdet kultiviert haben
- sie würden kultiviert haben
Imperatief
- jij voed op
- jullie voedt op
Imperativ
- du kultiviere
- ihr kultiviert