Vervoeging van overhalen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik haal over
  • jij haalt over
  • hij/zij/het haalt over
  • wij halen over
  • jullie halen over
  • zij halen over

Present

  • I distil
  • you distil
  • he/she/it distils
  • we distil
  • you distil
  • they distil

Onvoltooid verleden tijd

  • ik haalde over
  • jij haalde over
  • hij/zij/het haalde over
  • wij haalden over
  • jullie haalden over
  • zij haalden over

Simple past

  • I distilled
  • you distilled
  • he/she/it distilled
  • we distilled
  • you distilled
  • they distilled

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb overgehaald
  • jij hebt overgehaald
  • hij/zij/het heeft overgehaald
  • wij hebben overgehaald
  • jullie hebben overgehaald
  • zij hebben overgehaald

Present perfect

  • I have distilled
  • you have distilled
  • he/she/it has distilled
  • we have distilled
  • you have distilled
  • they have distilled

Voltooid verleden tijd

  • ik had overgehaald
  • jij had overgehaald
  • hij/zij/het had overgehaald
  • wij hadden overgehaald
  • jullie hadden overgehaald
  • zij hadden overgehaald

Past perfect

  • I had distilled
  • you had distilled
  • he/she/it had distilled
  • we had distilled
  • you had distilled
  • they had distilled

Toekomende tijd I

  • ik zal overhalen
  • jij zult overhalen
  • hij/zij/het zal overhalen
  • wij zullen overhalen
  • jullie zullen overhalen
  • zij zullen overhalen

Future

  • I will distil
  • you will distil
  • he/she/it will distil
  • we will distil
  • you will distil
  • they will distil

Toekomende tijd II

  • ik zal overgehaald hebben
  • jij zult overgehaald hebben
  • hij/zij/het zal overgehaald hebben
  • wij zullen overgehaald hebben
  • jullie zullen overgehaald hebben
  • zij zullen overgehaald hebben

Future perfect

  • I will have distilled
  • you will have distilled
  • he/she/it will have distilled
  • we will have distilled
  • you will have distilled
  • they will have distilled

Conditionalis I

  • ik zou overhalen
  • jij zou overhalen
  • hij/zij/het zou overhalen
  • wij zouden overhalen
  • jullie zouden overhalen
  • zij zouden overhalen

Conditional present

  • I would distil
  • you would distil
  • he/she/it would distil
  • we would distil
  • you would distil
  • they would distil

Conditionalis II

  • ik zou hebben overgehaald
  • jij zou hebben overgehaald
  • hij/zij/het zou hebben overgehaald
  • wij zouden hebben overgehaald
  • jullie zouden hebben overgehaald
  • zij zouden hebben overgehaald

Conditional perfect

  • I would have distilled
  • you would have distilled
  • he/she/it would have distilled
  • we would have distilled
  • you would have distilled
  • they would have distilled

Imperatief

  • jij haal over
  • jullie haalt over

Imperative

  • you distil
  • you distil

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van overhalen