Vervoeging van overvallen
Onbepaalde wijs (infinitief): overvallen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik overval
- jij overvalt
- hij/zij/het overvalt
- wij overvallen
- jullie overvallen
- zij overvallen
Onvoltooid verleden tijd
- ik overviel
- jij overviel
- hij/zij/het overviel
- wij overvielen
- jullie overvielen
- zij overvielen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overvallen
- jij hebt overvallen
- hij/zij/het heeft overvallen
- wij hebben overvallen
- jullie hebben overvallen
- zij hebben overvallen
Voltooid verleden tijd
- ik had overvallen
- jij had overvallen
- hij/zij/het had overvallen
- wij hadden overvallen
- jullie hadden overvallen
- zij hadden overvallen
Toekomende tijd I
- ik zal overvallen
- jij zult overvallen
- hij/zij/het zal overvallen
- wij zullen overvallen
- jullie zullen overvallen
- zij zullen overvallen
Toekomende tijd II
- ik zal overvallen hebben
- jij zult overvallen hebben
- hij/zij/het zal overvallen hebben
- wij zullen overvallen hebben
- jullie zullen overvallen hebben
- zij zullen overvallen hebben
Conditionalis I
- ik zou overvallen
- jij zou overvallen
- hij/zij/het zou overvallen
- wij zouden overvallen
- jullie zouden overvallen
- zij zouden overvallen
Conditionalis II
- ik zou hebben overvallen
- jij zou hebben overvallen
- hij/zij/het zou hebben overvallen
- wij zouden hebben overvallen
- jullie zouden hebben overvallen
- zij zouden hebben overvallen
Imperatief
- jij overval
- jullie overvalt