Vervoeging van peck
Onbepaalde wijs (infinitief): to peck
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it pecks
- they peck
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het mauwt
- zij mauwen
Simple past
- he/she/it pecked
- they pecked
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het mauwde
- zij mauwden
Present perfect
- he/she/it has pecked
- they have pecked
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gemauwd
- zij hebben gemauwd
Past perfect
- he/she/it had pecked
- they had pecked
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gemauwd
- zij hadden gemauwd
Future
- he/she/it will peck
- they will peck
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal mauwen
- zij zult mauwen
Future perfect
- he/she/it will have pecked
- they will have pecked
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gemauwd hebben
- zij zult gemauwd hebben
Conditional present
- he/she/it would peck
- they would peck
Conditionalis I
- hij/zij/het zal mauwen
- zij zullen mauwen
Conditional perfect
- he/she/it would have pecked
- they would have pecked
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gemauwd
- zij zullen hebben gemauwd