Vervoeging van perforeren

Onbepaalde wijs (infinitief): perforeren

Vertaling: perforare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik perforeer
  • jij perforeert
  • hij/zij/het perforeert
  • wij perforeren
  • jullie perforeren
  • zij perforeren

Presente

  • io perforo
  • tu perfori
  • lui/lei/Lei perfora
  • noi perforiamo
  • voi/Voi perforate
  • loro/Loro perforano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik perforeerde
  • jij perforeerde
  • hij/zij/het perforeerde
  • wij perforeerden
  • jullie perforeerden
  • zij perforeerden

Imperfetto

  • io perforavo
  • tu perforavi
  • lui/lei/Lei perforava
  • noi perforavamo
  • voi/Voi perforavate
  • loro/Loro perforavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geperforeerd
  • jij hebt geperforeerd
  • hij/zij/het heeft geperforeerd
  • wij hebben geperforeerd
  • jullie hebben geperforeerd
  • zij hebben geperforeerd

Passato prossimo

  • io ho perforato
  • tu hai perforato
  • lui/lei/Lei ha perforato
  • noi abbiamo perforato
  • voi/Voi avete perforato
  • loro/Loro hanno perforato

Voltooid verleden tijd

  • ik had geperforeerd
  • jij had geperforeerd
  • hij/zij/het had geperforeerd
  • wij hadden geperforeerd
  • jullie hadden geperforeerd
  • zij hadden geperforeerd

Trapassato prossimo

  • io avevo perforato
  • tu avevi perforato
  • lui/lei/Lei aveva perforato
  • noi avevamo perforato
  • voi/Voi avevate perforato
  • loro/Loro avevano perforato

Toekomende tijd I

  • ik zal perforeren
  • jij zult perforeren
  • hij/zij/het zal perforeren
  • wij zullen perforeren
  • jullie zullen perforeren
  • zij zullen perforeren

Futuro semplice

  • io perforerò
  • tu perforerai
  • lui/lei/Lei perforerà
  • noi perforeremo
  • voi/Voi perforerete
  • loro/Loro perforeranno

Toekomende tijd II

  • ik zal geperforeerd hebben
  • jij zult geperforeerd hebben
  • hij/zij/het zal geperforeerd hebben
  • wij zullen geperforeerd hebben
  • jullie zullen geperforeerd hebben
  • zij zullen geperforeerd hebben

Futuro anteriore

  • io avrò perforato
  • tu avrai perforato
  • lui/lei/Lei avrà perforato
  • noi avremo perforato
  • voi/Voi avrete perforato
  • loro/Loro avranno perforato

Conditionalis I

  • ik zou perforeren
  • jij zou perforeren
  • hij/zij/het zou perforeren
  • wij zouden perforeren
  • jullie zouden perforeren
  • zij zouden perforeren

Condizionale presente

  • io perforerei
  • tu perforeresti
  • lui/lei/Lei perforerebbe
  • noi perforeremmo
  • voi/Voi perforereste
  • loro/Loro perforerebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben geperforeerd
  • jij zou hebben geperforeerd
  • hij/zij/het zou hebben geperforeerd
  • wij zouden hebben geperforeerd
  • jullie zouden hebben geperforeerd
  • zij zouden hebben geperforeerd

Condizionale passato

  • io avrei perforato
  • tu avresti perforato
  • lui/lei/Lei avrebbe perforato
  • noi avremmo perforato
  • voi/Voi avreste perforato
  • loro/Loro avrebbero perforato

Imperatief

  • jij perforeer
  • jullie perforeert

Imperativo

  • tu perfora
  • voi/Voi perforate

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van perforeren