Vervoeging van portray

Engels

Nederlands

Present

  • I portray
  • you portray
  • he/she/it portrays
  • we portray
  • you portray
  • they portray

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik konterfeit
  • jij konterfeit
  • hij/zij/het konterfeit
  • wij konterfeiten
  • jullie konterfeiten
  • zij konterfeiten

Simple past

  • I portrayed
  • you portrayed
  • he/she/it portrayed
  • we portrayed
  • you portrayed
  • they portrayed

Onvoltooid verleden tijd

  • ik konterfeitte
  • jij konterfeitte
  • hij/zij/het konterfeitte
  • wij konterfeitten
  • jullie konterfeitten
  • zij konterfeitten

Present perfect

  • I have portrayed
  • you have portrayed
  • he/she/it has portrayed
  • we have portrayed
  • you have portrayed
  • they have portrayed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gekonterfeit
  • jij hebt gekonterfeit
  • hij/zij/het heeft gekonterfeit
  • wij hebben gekonterfeit
  • jullie hebben gekonterfeit
  • zij hebben gekonterfeit

Past perfect

  • I had portrayed
  • you had portrayed
  • he/she/it had portrayed
  • we had portrayed
  • you had portrayed
  • they had portrayed

Voltooid verleden tijd

  • ik had gekonterfeit
  • jij had gekonterfeit
  • hij/zij/het had gekonterfeit
  • wij hadden gekonterfeit
  • jullie hadden gekonterfeit
  • zij hadden gekonterfeit

Future

  • I will portray
  • you will portray
  • he/she/it will portray
  • we will portray
  • you will portray
  • they will portray

Toekomende tijd I

  • ik zal konterfeiten
  • jij zult konterfeiten
  • hij/zij/het zal konterfeiten
  • wij zullen konterfeiten
  • jullie zullen konterfeiten
  • zij zullen konterfeiten

Future perfect

  • I will have portrayed
  • you will have portrayed
  • he/she/it will have portrayed
  • we will have portrayed
  • you will have portrayed
  • they will have portrayed

Toekomende tijd II

  • ik zal gekonterfeit hebben
  • jij zult gekonterfeit hebben
  • hij/zij/het zal gekonterfeit hebben
  • wij zullen gekonterfeit hebben
  • jullie zullen gekonterfeit hebben
  • zij zullen gekonterfeit hebben

Conditional present

  • I would portray
  • you would portray
  • he/she/it would portray
  • we would portray
  • you would portray
  • they would portray

Conditionalis I

  • ik zou konterfeiten
  • jij zou konterfeiten
  • hij/zij/het zou konterfeiten
  • wij zouden konterfeiten
  • jullie zouden konterfeiten
  • zij zouden konterfeiten

Conditional perfect

  • I would have portrayed
  • you would have portrayed
  • he/she/it would have portrayed
  • we would have portrayed
  • you would have portrayed
  • they would have portrayed

Conditionalis II

  • ik zou hebben gekonterfeit
  • jij zou hebben gekonterfeit
  • hij/zij/het zou hebben gekonterfeit
  • wij zouden hebben gekonterfeit
  • jullie zouden hebben gekonterfeit
  • zij zouden hebben gekonterfeit

Imperative

  • you portray
  • you portray

Imperatief

  • jij konterfeit
  • jullie konterfeit

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van portray