Vervoeging van renvooieren
Onbepaalde wijs (infinitief): renvooieren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik renvooieer
- jij renvooieert
- hij/zij/het renvooieert
- wij renvooieren
- jullie renvooieren
- zij renvooieren
Present
- I amend
- you amend
- he/she/it amends
- we amend
- you amend
- they amend
Onvoltooid verleden tijd
- ik renvooieerde
- jij renvooieerde
- hij/zij/het renvooieerde
- wij renvooieerden
- jullie renvooieerden
- zij renvooieerden
Simple past
- I amended
- you amended
- he/she/it amended
- we amended
- you amended
- they amended
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gerenvooieerd
- jij hebt gerenvooieerd
- hij/zij/het heeft gerenvooieerd
- wij hebben gerenvooieerd
- jullie hebben gerenvooieerd
- zij hebben gerenvooieerd
Present perfect
- I have amended
- you have amended
- he/she/it has amended
- we have amended
- you have amended
- they have amended
Voltooid verleden tijd
- ik had gerenvooieerd
- jij had gerenvooieerd
- hij/zij/het had gerenvooieerd
- wij hadden gerenvooieerd
- jullie hadden gerenvooieerd
- zij hadden gerenvooieerd
Past perfect
- I had amended
- you had amended
- he/she/it had amended
- we had amended
- you had amended
- they had amended
Toekomende tijd I
- ik zal renvooieren
- jij zult renvooieren
- hij/zij/het zal renvooieren
- wij zullen renvooieren
- jullie zullen renvooieren
- zij zullen renvooieren
Future
- I will amend
- you will amend
- he/she/it will amend
- we will amend
- you will amend
- they will amend
Toekomende tijd II
- ik zal gerenvooieerd hebben
- jij zult gerenvooieerd hebben
- hij/zij/het zal gerenvooieerd hebben
- wij zullen gerenvooieerd hebben
- jullie zullen gerenvooieerd hebben
- zij zullen gerenvooieerd hebben
Future perfect
- I will have amended
- you will have amended
- he/she/it will have amended
- we will have amended
- you will have amended
- they will have amended
Conditionalis I
- ik zou renvooieren
- jij zou renvooieren
- hij/zij/het zou renvooieren
- wij zouden renvooieren
- jullie zouden renvooieren
- zij zouden renvooieren
Conditional present
- I would amend
- you would amend
- he/she/it would amend
- we would amend
- you would amend
- they would amend
Conditionalis II
- ik zou hebben gerenvooieerd
- jij zou hebben gerenvooieerd
- hij/zij/het zou hebben gerenvooieerd
- wij zouden hebben gerenvooieerd
- jullie zouden hebben gerenvooieerd
- zij zouden hebben gerenvooieerd
Conditional perfect
- I would have amended
- you would have amended
- he/she/it would have amended
- we would have amended
- you would have amended
- they would have amended
Imperatief
- jij renvooieer
- jullie renvooieert
Imperative
- you amend
- you amend