Vervoeging van rotzooien

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik rotzooi
  • jij rotzooit
  • hij/zij/het rotzooit
  • wij rotzooien
  • jullie rotzooien
  • zij rotzooien

Present

  • I victimize
  • you victimize
  • he/she/it victimizes
  • we victimize
  • you victimize
  • they victimize

Onvoltooid verleden tijd

  • ik rotzooide
  • jij rotzooide
  • hij/zij/het rotzooide
  • wij rotzooiden
  • jullie rotzooiden
  • zij rotzooiden

Simple past

  • I victimized
  • you victimized
  • he/she/it victimized
  • we victimized
  • you victimized
  • they victimized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gerotzooid
  • jij hebt gerotzooid
  • hij/zij/het heeft gerotzooid
  • wij hebben gerotzooid
  • jullie hebben gerotzooid
  • zij hebben gerotzooid

Present perfect

  • I have victimized
  • you have victimized
  • he/she/it has victimized
  • we have victimized
  • you have victimized
  • they have victimized

Voltooid verleden tijd

  • ik had gerotzooid
  • jij had gerotzooid
  • hij/zij/het had gerotzooid
  • wij hadden gerotzooid
  • jullie hadden gerotzooid
  • zij hadden gerotzooid

Past perfect

  • I had victimized
  • you had victimized
  • he/she/it had victimized
  • we had victimized
  • you had victimized
  • they had victimized

Toekomende tijd I

  • ik zal rotzooien
  • jij zult rotzooien
  • hij/zij/het zal rotzooien
  • wij zullen rotzooien
  • jullie zullen rotzooien
  • zij zullen rotzooien

Future

  • I will victimize
  • you will victimize
  • he/she/it will victimize
  • we will victimize
  • you will victimize
  • they will victimize

Toekomende tijd II

  • ik zal gerotzooid hebben
  • jij zult gerotzooid hebben
  • hij/zij/het zal gerotzooid hebben
  • wij zullen gerotzooid hebben
  • jullie zullen gerotzooid hebben
  • zij zullen gerotzooid hebben

Future perfect

  • I will have victimized
  • you will have victimized
  • he/she/it will have victimized
  • we will have victimized
  • you will have victimized
  • they will have victimized

Conditionalis I

  • ik zou rotzooien
  • jij zou rotzooien
  • hij/zij/het zou rotzooien
  • wij zouden rotzooien
  • jullie zouden rotzooien
  • zij zouden rotzooien

Conditional present

  • I would victimize
  • you would victimize
  • he/she/it would victimize
  • we would victimize
  • you would victimize
  • they would victimize

Conditionalis II

  • ik zou hebben gerotzooid
  • jij zou hebben gerotzooid
  • hij/zij/het zou hebben gerotzooid
  • wij zouden hebben gerotzooid
  • jullie zouden hebben gerotzooid
  • zij zouden hebben gerotzooid

Conditional perfect

  • I would have victimized
  • you would have victimized
  • he/she/it would have victimized
  • we would have victimized
  • you would have victimized
  • they would have victimized

Imperatief

  • jij rotzooi
  • jullie rotzooit

Imperative

  • you victimize
  • you victimize

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van rotzooien