Vervoeging van spieden
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik spied
- jij spiedt
- hij/zij/het spiedt
- wij spieden
- jullie spieden
- zij spieden
Present
- I leer
- you leer
- he/she/it leers
- we leer
- you leer
- they leer
Onvoltooid verleden tijd
- ik spiedde
- jij spiedde
- hij/zij/het spiedde
- wij spiedden
- jullie spiedden
- zij spiedden
Simple past
- I leered
- you leered
- he/she/it leered
- we leered
- you leered
- they leered
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gespied
- jij hebt gespied
- hij/zij/het heeft gespied
- wij hebben gespied
- jullie hebben gespied
- zij hebben gespied
Present perfect
- I have leered
- you have leered
- he/she/it has leered
- we have leered
- you have leered
- they have leered
Voltooid verleden tijd
- ik had gespied
- jij had gespied
- hij/zij/het had gespied
- wij hadden gespied
- jullie hadden gespied
- zij hadden gespied
Past perfect
- I had leered
- you had leered
- he/she/it had leered
- we had leered
- you had leered
- they had leered
Toekomende tijd I
- ik zal spieden
- jij zult spieden
- hij/zij/het zal spieden
- wij zullen spieden
- jullie zullen spieden
- zij zullen spieden
Future
- I will leer
- you will leer
- he/she/it will leer
- we will leer
- you will leer
- they will leer
Toekomende tijd II
- ik zal gespied hebben
- jij zult gespied hebben
- hij/zij/het zal gespied hebben
- wij zullen gespied hebben
- jullie zullen gespied hebben
- zij zullen gespied hebben
Future perfect
- I will have leered
- you will have leered
- he/she/it will have leered
- we will have leered
- you will have leered
- they will have leered
Conditionalis I
- ik zou spieden
- jij zou spieden
- hij/zij/het zou spieden
- wij zouden spieden
- jullie zouden spieden
- zij zouden spieden
Conditional present
- I would leer
- you would leer
- he/she/it would leer
- we would leer
- you would leer
- they would leer
Conditionalis II
- ik zou hebben gespied
- jij zou hebben gespied
- hij/zij/het zou hebben gespied
- wij zouden hebben gespied
- jullie zouden hebben gespied
- zij zouden hebben gespied
Conditional perfect
- I would have leered
- you would have leered
- he/she/it would have leered
- we would have leered
- you would have leered
- they would have leered
Imperatief
- jij spied
- jullie spiedt
Imperative
- you leer
- you leer