Vervoeging van stemmen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik stem
  • jij stemt
  • hij/zij/het stemt
  • wij stemmen
  • jullie stemmen
  • zij stemmen

Indicativo presente

  • yo templo
  • templas
  • él/ella templa
  • nosotros templamos
  • vosotros templáis
  • ellos/ellas templan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stemde
  • jij stemde
  • hij/zij/het stemde
  • wij stemden
  • jullie stemden
  • zij stemden

Indefinido

  • yo templé
  • templaste
  • él/ella templó
  • nosotros templamos
  • vosotros templasteis
  • ellos/ellas templaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gestemd
  • jij hebt gestemd
  • hij/zij/het heeft gestemd
  • wij hebben gestemd
  • jullie hebben gestemd
  • zij hebben gestemd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he templado
  • has templado
  • él/ella ha templado
  • nosotros hemos templado
  • vosotros habéis templado
  • ellos/ellas han templado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gestemd
  • jij had gestemd
  • hij/zij/het had gestemd
  • wij hadden gestemd
  • jullie hadden gestemd
  • zij hadden gestemd

Pluscuamperfecto

  • yo había templado
  • habías templado
  • él/ella había templado
  • nosotros habíamos templado
  • vosotros habíais templado
  • ellos/ellas habían templado

Toekomende tijd I

  • ik zal stemmen
  • jij zult stemmen
  • hij/zij/het zal stemmen
  • wij zullen stemmen
  • jullie zullen stemmen
  • zij zullen stemmen

Futuro I

  • yo templaré
  • templarás
  • él/ella templará
  • nosotros templaremos
  • vosotros templaréis
  • ellos/ellas templarán

Toekomende tijd II

  • ik zal gestemd hebben
  • jij zult gestemd hebben
  • hij/zij/het zal gestemd hebben
  • wij zullen gestemd hebben
  • jullie zullen gestemd hebben
  • zij zullen gestemd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré templado
  • habrás templado
  • él/ella habrá templado
  • nosotros habremos templado
  • vosotros habréis templado
  • ellos/ellas habrán templado

Conditionalis I

  • ik zou stemmen
  • jij zou stemmen
  • hij/zij/het zou stemmen
  • wij zouden stemmen
  • jullie zouden stemmen
  • zij zouden stemmen

Condicional

  • yo templaría
  • templarías
  • él/ella templaría
  • nosotros templaríamos
  • vosotros templaríais
  • ellos/ellas templarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gestemd
  • jij zou hebben gestemd
  • hij/zij/het zou hebben gestemd
  • wij zouden hebben gestemd
  • jullie zouden hebben gestemd
  • zij zouden hebben gestemd

Condicional perfecto

  • yo habría templado
  • habrías templado
  • él/ella habría templado
  • nosotros habríamos templado
  • vosotros habríais templado
  • ellos/ellas habrían templado

Imperatief

  • jij stem
  • jullie stemt

Imperativo presente

  • templa
  • vosotros templad

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van stemmen