Vervoeging van stilleggen

Onbepaalde wijs (infinitief): stilleggen

Vertaling: fermare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het legt stil
  • zij leggen stil

Presente

  • lui/lei/Lei ferma
  • loro/Loro fermano

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het legde stil
  • zij legden stil

Imperfetto

  • lui/lei/Lei fermava
  • loro/Loro fermavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft stilgelegd
  • zij hebben stilgelegd

Passato prossimo

  • lui/lei/Lei ha fermato
  • loro/Loro hanno fermato

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had stilgelegd
  • zij hadden stilgelegd

Trapassato prossimo

  • lui/lei/Lei aveva fermato
  • loro/Loro avevano fermato

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal stilleggen
  • zij zult stilleggen

Futuro semplice

  • lui/lei/Lei fermerà
  • loro/Loro fermeranno

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal stilgelegd hebben
  • zij zult stilgelegd hebben

Futuro anteriore

  • lui/lei/Lei avrà fermato
  • loro/Loro avranno fermato

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal stilleggen
  • zij zullen stilleggen

Condizionale presente

  • lui/lei/Lei fermerebbe
  • loro/Loro fermerebbero

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben stilgelegd
  • zij zullen hebben stilgelegd

Condizionale passato

  • lui/lei/Lei avrebbe fermato
  • loro/Loro avrebbero fermato