Vervoeging van stompen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik stomp
  • jij stompt
  • hij/zij/het stompt
  • wij stompen
  • jullie stompen
  • zij stompen

Present

  • I poke
  • you poke
  • he/she/it pokes
  • we poke
  • you poke
  • they poke

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stompte
  • jij stompte
  • hij/zij/het stompte
  • wij stompten
  • jullie stompten
  • zij stompten

Simple past

  • I poked
  • you poked
  • he/she/it poked
  • we poked
  • you poked
  • they poked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gestompt
  • jij hebt gestompt
  • hij/zij/het heeft gestompt
  • wij hebben gestompt
  • jullie hebben gestompt
  • zij hebben gestompt

Present perfect

  • I have poked
  • you have poked
  • he/she/it has poked
  • we have poked
  • you have poked
  • they have poked

Voltooid verleden tijd

  • ik had gestompt
  • jij had gestompt
  • hij/zij/het had gestompt
  • wij hadden gestompt
  • jullie hadden gestompt
  • zij hadden gestompt

Past perfect

  • I had poked
  • you had poked
  • he/she/it had poked
  • we had poked
  • you had poked
  • they had poked

Toekomende tijd I

  • ik zal stompen
  • jij zult stompen
  • hij/zij/het zal stompen
  • wij zullen stompen
  • jullie zullen stompen
  • zij zullen stompen

Future

  • I will poke
  • you will poke
  • he/she/it will poke
  • we will poke
  • you will poke
  • they will poke

Toekomende tijd II

  • ik zal gestompt hebben
  • jij zult gestompt hebben
  • hij/zij/het zal gestompt hebben
  • wij zullen gestompt hebben
  • jullie zullen gestompt hebben
  • zij zullen gestompt hebben

Future perfect

  • I will have poked
  • you will have poked
  • he/she/it will have poked
  • we will have poked
  • you will have poked
  • they will have poked

Conditionalis I

  • ik zou stompen
  • jij zou stompen
  • hij/zij/het zou stompen
  • wij zouden stompen
  • jullie zouden stompen
  • zij zouden stompen

Conditional present

  • I would poke
  • you would poke
  • he/she/it would poke
  • we would poke
  • you would poke
  • they would poke

Conditionalis II

  • ik zou hebben gestompt
  • jij zou hebben gestompt
  • hij/zij/het zou hebben gestompt
  • wij zouden hebben gestompt
  • jullie zouden hebben gestompt
  • zij zouden hebben gestompt

Conditional perfect

  • I would have poked
  • you would have poked
  • he/she/it would have poked
  • we would have poked
  • you would have poked
  • they would have poked

Imperatief

  • jij stomp
  • jullie stompt

Imperative

  • you poke
  • you poke

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van stompen