Vervoeging van terugstromen

Onbepaalde wijs (infinitief): terugstromen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het stroomt terug
  • zij stromen terug

Present

  • he/she/it purges
  • they purge

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het stroomde terug
  • zij stroomden terug

Simple past

  • he/she/it purged
  • they purged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het is teruggestroomd
  • zij zijn teruggestroomd

Present perfect

  • he/she/it has purged
  • they have purged

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het was teruggestroomd
  • zij waren teruggestroomd

Past perfect

  • he/she/it had purged
  • they had purged

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal terugstromen
  • zij zult terugstromen

Future

  • he/she/it will purge
  • they will purge

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal teruggestroomd zijn
  • zij zult teruggestroomd zijn

Future perfect

  • he/she/it will have purged
  • they will have purged

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal terugstromen
  • zij zullen terugstromen

Conditional present

  • he/she/it would purge
  • they would purge

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal zijn teruggestroomd
  • zij zullen zijn teruggestroomd

Conditional perfect

  • he/she/it would have purged
  • they would have purged