Vervoeging van tochten

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik tocht
    • jij tocht
    • hij/zij/het tocht
    • wij tochten
    • jullie tochten
    • zij tochten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik tochtte
    • jij tochtte
    • hij/zij/het tochtte
    • wij tochtten
    • jullie tochtten
    • zij tochtten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getocht
    • jij hebt getocht
    • hij/zij/het heeft getocht
    • wij hebben getocht
    • jullie hebben getocht
    • zij hebben getocht
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getocht
    • jij had getocht
    • hij/zij/het had getocht
    • wij hadden getocht
    • jullie hadden getocht
    • zij hadden getocht
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tochten
    • jij zult tochten
    • hij/zij/het zal tochten
    • wij zullen tochten
    • jullie zullen tochten
    • zij zullen tochten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getocht hebben
    • jij zult getocht hebben
    • hij/zij/het zal getocht hebben
    • wij zullen getocht hebben
    • jullie zullen getocht hebben
    • zij zullen getocht hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tochten
    • jij zou tochten
    • hij/zij/het zou tochten
    • wij zouden tochten
    • jullie zouden tochten
    • zij zouden tochten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getocht
    • jij zou hebben getocht
    • hij/zij/het zou hebben getocht
    • wij zouden hebben getocht
    • jullie zouden hebben getocht
    • zij zouden hebben getocht
  • Imperatief

    • jij tocht
    • jullie tocht

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van tochten