Vervoeging van toekomen

Vertaling: merecer

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kom toe
  • jij komt toe
  • hij/zij/het komt toe
  • wij komen toe
  • jullie komen toe
  • zij komen toe

Indicativo presente

  • yo merezco
  • mereces
  • él/ella merece
  • nosotros merecemos
  • vosotros merecéis
  • ellos/ellas merecen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik kwam toe
  • jij kwam toe
  • hij/zij/het kwam toe
  • wij kwamen toe
  • jullie kwamen toe
  • zij kwamen toe

Indefinido

  • yo merecí
  • mereciste
  • él/ella mereció
  • nosotros merecimos
  • vosotros merecisteis
  • ellos/ellas merecieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben toegekomen
  • jij bent toegekomen
  • hij/zij/het is toegekomen
  • wij zijn toegekomen
  • jullie zijn toegekomen
  • zij zijn toegekomen

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he merecido
  • has merecido
  • él/ella ha merecido
  • nosotros hemos merecido
  • vosotros habéis merecido
  • ellos/ellas han merecido

Voltooid verleden tijd

  • ik was toegekomen
  • jij was toegekomen
  • hij/zij/het was toegekomen
  • wij waren toegekomen
  • jullie waren toegekomen
  • zij waren toegekomen

Pluscuamperfecto

  • yo había merecido
  • habías merecido
  • él/ella había merecido
  • nosotros habíamos merecido
  • vosotros habíais merecido
  • ellos/ellas habían merecido

Toekomende tijd I

  • ik zal toekomen
  • jij zult toekomen
  • hij/zij/het zal toekomen
  • wij zullen toekomen
  • jullie zullen toekomen
  • zij zullen toekomen

Futuro I

  • yo mereceré
  • merecerás
  • él/ella merecerá
  • nosotros mereceremos
  • vosotros mereceréis
  • ellos/ellas merecerán

Toekomende tijd II

  • ik zal toegekomen zijn
  • jij zult toegekomen zijn
  • hij/zij/het zal toegekomen zijn
  • wij zullen toegekomen zijn
  • jullie zullen toegekomen zijn
  • zij zullen toegekomen zijn

Futuro perfecto

  • yo habré merecido
  • habrás merecido
  • él/ella habrá merecido
  • nosotros habremos merecido
  • vosotros habréis merecido
  • ellos/ellas habrán merecido

Conditionalis I

  • ik zou toekomen
  • jij zou toekomen
  • hij/zij/het zou toekomen
  • wij zouden toekomen
  • jullie zouden toekomen
  • zij zouden toekomen

Condicional

  • yo merecería
  • merecerías
  • él/ella merecería
  • nosotros mereceríamos
  • vosotros mereceríais
  • ellos/ellas merecerían

Conditionalis II

  • ik zou zijn toegekomen
  • jij zou zijn toegekomen
  • hij/zij/het zou zijn toegekomen
  • wij zouden zijn toegekomen
  • jullie zouden zijn toegekomen
  • zij zouden zijn toegekomen

Condicional perfecto

  • yo habría merecido
  • habrías merecido
  • él/ella habría merecido
  • nosotros habríamos merecido
  • vosotros habríais merecido
  • ellos/ellas habrían merecido

Imperatief

  • jij kom toe
  • jullie komt toe

Imperativo presente

  • merece
  • vosotros mereced