Vervoeging van toeschrijven
Onbepaalde wijs (infinitief): toeschrijven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schrijf toe
- jij schrijft toe
- hij/zij/het schrijft toe
- wij schrijven toe
- jullie schrijven toe
- zij schrijven toe
Present
- I award
- you award
- he/she/it awards
- we award
- you award
- they award
Onvoltooid verleden tijd
- ik schreef toe
- jij schreef toe
- hij/zij/het schreef toe
- wij schreven toe
- jullie schreven toe
- zij schreven toe
Simple past
- I awarded
- you awarded
- he/she/it awarded
- we awarded
- you awarded
- they awarded
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb toegeschreven
- jij hebt toegeschreven
- hij/zij/het heeft toegeschreven
- wij hebben toegeschreven
- jullie hebben toegeschreven
- zij hebben toegeschreven
Present perfect
- I have awarded
- you have awarded
- he/she/it has awarded
- we have awarded
- you have awarded
- they have awarded
Voltooid verleden tijd
- ik had toegeschreven
- jij had toegeschreven
- hij/zij/het had toegeschreven
- wij hadden toegeschreven
- jullie hadden toegeschreven
- zij hadden toegeschreven
Past perfect
- I had awarded
- you had awarded
- he/she/it had awarded
- we had awarded
- you had awarded
- they had awarded
Toekomende tijd I
- ik zal toeschrijven
- jij zult toeschrijven
- hij/zij/het zal toeschrijven
- wij zullen toeschrijven
- jullie zullen toeschrijven
- zij zullen toeschrijven
Future
- I will award
- you will award
- he/she/it will award
- we will award
- you will award
- they will award
Toekomende tijd II
- ik zal toegeschreven hebben
- jij zult toegeschreven hebben
- hij/zij/het zal toegeschreven hebben
- wij zullen toegeschreven hebben
- jullie zullen toegeschreven hebben
- zij zullen toegeschreven hebben
Future perfect
- I will have awarded
- you will have awarded
- he/she/it will have awarded
- we will have awarded
- you will have awarded
- they will have awarded
Conditionalis I
- ik zou toeschrijven
- jij zou toeschrijven
- hij/zij/het zou toeschrijven
- wij zouden toeschrijven
- jullie zouden toeschrijven
- zij zouden toeschrijven
Conditional present
- I would award
- you would award
- he/she/it would award
- we would award
- you would award
- they would award
Conditionalis II
- ik zou hebben toegeschreven
- jij zou hebben toegeschreven
- hij/zij/het zou hebben toegeschreven
- wij zouden hebben toegeschreven
- jullie zouden hebben toegeschreven
- zij zouden hebben toegeschreven
Conditional perfect
- I would have awarded
- you would have awarded
- he/she/it would have awarded
- we would have awarded
- you would have awarded
- they would have awarded
Imperatief
- jij schrijf toe
- jullie schrijft toe
Imperative
- you award
- you award