Vervoeging van typeren

Vertaling: caracterizar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik typeer
  • jij typeert
  • hij/zij/het typeert
  • wij typeren
  • jullie typeren
  • zij typeren

Indicativo presente

  • yo caracterizo
  • caracterizas
  • él/ella caracteriza
  • nosotros caracterizamos
  • vosotros caracterizáis
  • ellos/ellas caracterizan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik typeerde
  • jij typeerde
  • hij/zij/het typeerde
  • wij typeerden
  • jullie typeerden
  • zij typeerden

Indefinido

  • yo caractericé
  • caracterizaste
  • él/ella caracterizó
  • nosotros caracterizamos
  • vosotros caracterizasteis
  • ellos/ellas caracterizaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb getypeerd
  • jij hebt getypeerd
  • hij/zij/het heeft getypeerd
  • wij hebben getypeerd
  • jullie hebben getypeerd
  • zij hebben getypeerd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he caracterizado
  • has caracterizado
  • él/ella ha caracterizado
  • nosotros hemos caracterizado
  • vosotros habéis caracterizado
  • ellos/ellas han caracterizado

Voltooid verleden tijd

  • ik had getypeerd
  • jij had getypeerd
  • hij/zij/het had getypeerd
  • wij hadden getypeerd
  • jullie hadden getypeerd
  • zij hadden getypeerd

Pluscuamperfecto

  • yo había caracterizado
  • habías caracterizado
  • él/ella había caracterizado
  • nosotros habíamos caracterizado
  • vosotros habíais caracterizado
  • ellos/ellas habían caracterizado

Toekomende tijd I

  • ik zal typeren
  • jij zult typeren
  • hij/zij/het zal typeren
  • wij zullen typeren
  • jullie zullen typeren
  • zij zullen typeren

Futuro I

  • yo caracterizaré
  • caracterizarás
  • él/ella caracterizará
  • nosotros caracterizaremos
  • vosotros caracterizaréis
  • ellos/ellas caracterizarán

Toekomende tijd II

  • ik zal getypeerd hebben
  • jij zult getypeerd hebben
  • hij/zij/het zal getypeerd hebben
  • wij zullen getypeerd hebben
  • jullie zullen getypeerd hebben
  • zij zullen getypeerd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré caracterizado
  • habrás caracterizado
  • él/ella habrá caracterizado
  • nosotros habremos caracterizado
  • vosotros habréis caracterizado
  • ellos/ellas habrán caracterizado

Conditionalis I

  • ik zou typeren
  • jij zou typeren
  • hij/zij/het zou typeren
  • wij zouden typeren
  • jullie zouden typeren
  • zij zouden typeren

Condicional

  • yo caracterizaría
  • caracterizarías
  • él/ella caracterizaría
  • nosotros caracterizaríamos
  • vosotros caracterizaríais
  • ellos/ellas caracterizarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben getypeerd
  • jij zou hebben getypeerd
  • hij/zij/het zou hebben getypeerd
  • wij zouden hebben getypeerd
  • jullie zouden hebben getypeerd
  • zij zouden hebben getypeerd

Condicional perfecto

  • yo habría caracterizado
  • habrías caracterizado
  • él/ella habría caracterizado
  • nosotros habríamos caracterizado
  • vosotros habríais caracterizado
  • ellos/ellas habrían caracterizado

Imperatief

  • jij typeer
  • jullie typeert

Imperativo presente

  • caracteriza
  • vosotros caracterizad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van typeren