Vervoeging van verbleken
Onbepaalde wijs (infinitief): verbleken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verbleek
- jij verbleekt
- hij/zij/het verbleekt
- wij verbleken
- jullie verbleken
- zij verbleken
Present
- I weaken
- you weaken
- he/she/it weakens
- we weaken
- you weaken
- they weaken
Onvoltooid verleden tijd
- ik verbleekte
- jij verbleekte
- hij/zij/het verbleekte
- wij verbleekten
- jullie verbleekten
- zij verbleekten
Simple past
- I weakened
- you weakened
- he/she/it weakened
- we weakened
- you weakened
- they weakened
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben verbleekt
- jij bent verbleekt
- hij/zij/het is verbleekt
- wij zijn verbleekt
- jullie zijn verbleekt
- zij zijn verbleekt
Present perfect
- I have weakened
- you have weakened
- he/she/it has weakened
- we have weakened
- you have weakened
- they have weakened
Voltooid verleden tijd
- ik was verbleekt
- jij was verbleekt
- hij/zij/het was verbleekt
- wij waren verbleekt
- jullie waren verbleekt
- zij waren verbleekt
Past perfect
- I had weakened
- you had weakened
- he/she/it had weakened
- we had weakened
- you had weakened
- they had weakened
Toekomende tijd I
- ik zal verbleken
- jij zult verbleken
- hij/zij/het zal verbleken
- wij zullen verbleken
- jullie zullen verbleken
- zij zullen verbleken
Future
- I will weaken
- you will weaken
- he/she/it will weaken
- we will weaken
- you will weaken
- they will weaken
Toekomende tijd II
- ik zal verbleekt zijn
- jij zult verbleekt zijn
- hij/zij/het zal verbleekt zijn
- wij zullen verbleekt zijn
- jullie zullen verbleekt zijn
- zij zullen verbleekt zijn
Future perfect
- I will have weakened
- you will have weakened
- he/she/it will have weakened
- we will have weakened
- you will have weakened
- they will have weakened
Conditionalis I
- ik zou verbleken
- jij zou verbleken
- hij/zij/het zou verbleken
- wij zouden verbleken
- jullie zouden verbleken
- zij zouden verbleken
Conditional present
- I would weaken
- you would weaken
- he/she/it would weaken
- we would weaken
- you would weaken
- they would weaken
Conditionalis II
- ik zou zijn verbleekt
- jij zou zijn verbleekt
- hij/zij/het zou zijn verbleekt
- wij zouden zijn verbleekt
- jullie zouden zijn verbleekt
- zij zouden zijn verbleekt
Conditional perfect
- I would have weakened
- you would have weakened
- he/she/it would have weakened
- we would have weakened
- you would have weakened
- they would have weakened
Imperatief
- jij verbleek
- jullie verbleekt
Imperative
- you weaken
- you weaken