Vervoeging van verfilmen
Onbepaalde wijs (infinitief): verfilmen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verfilm
- jij verfilmt
- hij/zij/het verfilmt
- wij verfilmen
- jullie verfilmen
- zij verfilmen
Present
- I shoot
- you shoot
- he/she/it shoots
- we shoot
- you shoot
- they shoot
Onvoltooid verleden tijd
- ik verfilmde
- jij verfilmde
- hij/zij/het verfilmde
- wij verfilmden
- jullie verfilmden
- zij verfilmden
Simple past
- I shot
- you shot
- he/she/it shot
- we shot
- you shot
- they shot
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verfilmd
- jij hebt verfilmd
- hij/zij/het heeft verfilmd
- wij hebben verfilmd
- jullie hebben verfilmd
- zij hebben verfilmd
Present perfect
- I have shot
- you have shot
- he/she/it has shot
- we have shot
- you have shot
- they have shot
Voltooid verleden tijd
- ik had verfilmd
- jij had verfilmd
- hij/zij/het had verfilmd
- wij hadden verfilmd
- jullie hadden verfilmd
- zij hadden verfilmd
Past perfect
- I had shot
- you had shot
- he/she/it had shot
- we had shot
- you had shot
- they had shot
Toekomende tijd I
- ik zal verfilmen
- jij zult verfilmen
- hij/zij/het zal verfilmen
- wij zullen verfilmen
- jullie zullen verfilmen
- zij zullen verfilmen
Future
- I will shoot
- you will shoot
- he/she/it will shoot
- we will shoot
- you will shoot
- they will shoot
Toekomende tijd II
- ik zal verfilmd hebben
- jij zult verfilmd hebben
- hij/zij/het zal verfilmd hebben
- wij zullen verfilmd hebben
- jullie zullen verfilmd hebben
- zij zullen verfilmd hebben
Future perfect
- I will have shot
- you will have shot
- he/she/it will have shot
- we will have shot
- you will have shot
- they will have shot
Conditionalis I
- ik zou verfilmen
- jij zou verfilmen
- hij/zij/het zou verfilmen
- wij zouden verfilmen
- jullie zouden verfilmen
- zij zouden verfilmen
Conditional present
- I would shoot
- you would shoot
- he/she/it would shoot
- we would shoot
- you would shoot
- they would shoot
Conditionalis II
- ik zou hebben verfilmd
- jij zou hebben verfilmd
- hij/zij/het zou hebben verfilmd
- wij zouden hebben verfilmd
- jullie zouden hebben verfilmd
- zij zouden hebben verfilmd
Conditional perfect
- I would have shot
- you would have shot
- he/she/it would have shot
- we would have shot
- you would have shot
- they would have shot
Imperatief
- jij verfilm
- jullie verfilmt
Imperative
- you shoot
- you shoot