Vervoeging van verjaren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verjaar
  • jij verjaart
  • hij/zij/het verjaart
  • wij verjaren
  • jullie verjaren
  • zij verjaren

Present

  • I regress
  • you regress
  • he/she/it regresses
  • we regress
  • you regress
  • they regress

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verjaarde
  • jij verjaarde
  • hij/zij/het verjaarde
  • wij verjaarden
  • jullie verjaarden
  • zij verjaarden

Simple past

  • I regressed
  • you regressed
  • he/she/it regressed
  • we regressed
  • you regressed
  • they regressed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben verjaard
  • jij bent verjaard
  • hij/zij/het is verjaard
  • wij zijn verjaard
  • jullie zijn verjaard
  • zij zijn verjaard

Present perfect

  • I have regressed
  • you have regressed
  • he/she/it has regressed
  • we have regressed
  • you have regressed
  • they have regressed

Voltooid verleden tijd

  • ik was verjaard
  • jij was verjaard
  • hij/zij/het was verjaard
  • wij waren verjaard
  • jullie waren verjaard
  • zij waren verjaard

Past perfect

  • I had regressed
  • you had regressed
  • he/she/it had regressed
  • we had regressed
  • you had regressed
  • they had regressed

Toekomende tijd I

  • ik zal verjaren
  • jij zult verjaren
  • hij/zij/het zal verjaren
  • wij zullen verjaren
  • jullie zullen verjaren
  • zij zullen verjaren

Future

  • I will regress
  • you will regress
  • he/she/it will regress
  • we will regress
  • you will regress
  • they will regress

Toekomende tijd II

  • ik zal verjaard zijn
  • jij zult verjaard zijn
  • hij/zij/het zal verjaard zijn
  • wij zullen verjaard zijn
  • jullie zullen verjaard zijn
  • zij zullen verjaard zijn

Future perfect

  • I will have regressed
  • you will have regressed
  • he/she/it will have regressed
  • we will have regressed
  • you will have regressed
  • they will have regressed

Conditionalis I

  • ik zou verjaren
  • jij zou verjaren
  • hij/zij/het zou verjaren
  • wij zouden verjaren
  • jullie zouden verjaren
  • zij zouden verjaren

Conditional present

  • I would regress
  • you would regress
  • he/she/it would regress
  • we would regress
  • you would regress
  • they would regress

Conditionalis II

  • ik zou zijn verjaard
  • jij zou zijn verjaard
  • hij/zij/het zou zijn verjaard
  • wij zouden zijn verjaard
  • jullie zouden zijn verjaard
  • zij zouden zijn verjaard

Conditional perfect

  • I would have regressed
  • you would have regressed
  • he/she/it would have regressed
  • we would have regressed
  • you would have regressed
  • they would have regressed

Imperatief

  • jij verjaar
  • jullie verjaart

Imperative

  • you regress
  • you regress

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verjaren