Vervoeging van verwennen
Onbepaalde wijs (infinitief): verwennen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwen
- jij verwent
- hij/zij/het verwent
- wij verwennen
- jullie verwennen
- zij verwennen
Present
- I pet
- you pet
- he/she/it pets
- we pet
- you pet
- they pet
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwende
- jij verwende
- hij/zij/het verwende
- wij verwenden
- jullie verwenden
- zij verwenden
Simple past
- I petted
- you petted
- he/she/it petted
- we petted
- you petted
- they petted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verwend
- jij hebt verwend
- hij/zij/het heeft verwend
- wij hebben verwend
- jullie hebben verwend
- zij hebben verwend
Present perfect
- I have petted
- you have petted
- he/she/it has petted
- we have petted
- you have petted
- they have petted
Voltooid verleden tijd
- ik had verwend
- jij had verwend
- hij/zij/het had verwend
- wij hadden verwend
- jullie hadden verwend
- zij hadden verwend
Past perfect
- I had petted
- you had petted
- he/she/it had petted
- we had petted
- you had petted
- they had petted
Toekomende tijd I
- ik zal verwennen
- jij zult verwennen
- hij/zij/het zal verwennen
- wij zullen verwennen
- jullie zullen verwennen
- zij zullen verwennen
Future
- I will pet
- you will pet
- he/she/it will pet
- we will pet
- you will pet
- they will pet
Toekomende tijd II
- ik zal verwend hebben
- jij zult verwend hebben
- hij/zij/het zal verwend hebben
- wij zullen verwend hebben
- jullie zullen verwend hebben
- zij zullen verwend hebben
Future perfect
- I will have petted
- you will have petted
- he/she/it will have petted
- we will have petted
- you will have petted
- they will have petted
Conditionalis I
- ik zou verwennen
- jij zou verwennen
- hij/zij/het zou verwennen
- wij zouden verwennen
- jullie zouden verwennen
- zij zouden verwennen
Conditional present
- I would pet
- you would pet
- he/she/it would pet
- we would pet
- you would pet
- they would pet
Conditionalis II
- ik zou hebben verwend
- jij zou hebben verwend
- hij/zij/het zou hebben verwend
- wij zouden hebben verwend
- jullie zouden hebben verwend
- zij zouden hebben verwend
Conditional perfect
- I would have petted
- you would have petted
- he/she/it would have petted
- we would have petted
- you would have petted
- they would have petted
Imperatief
- jij verwen
- jullie verwent
Imperative
- you pet
- you pet