Vervoeging van wegcijferen

Onbepaalde wijs (infinitief): wegcijferen

Vertaling: ignorieren

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik cijfer weg
  • jij cijfert weg
  • hij/zij/het cijfert weg
  • wij cijferen weg
  • jullie cijferen weg
  • zij cijferen weg

Präsens Indikativ

  • ich ignoriere
  • du ignorierst
  • er/sie/es ignoriert
  • wir ignorieren
  • ihr ignoriert
  • sie ignorieren

Onvoltooid verleden tijd

  • ik cijferde weg
  • jij cijferde weg
  • hij/zij/het cijferde weg
  • wij cijferden weg
  • jullie cijferden weg
  • zij cijferden weg

Präteritum Indikativ

  • ich ignorierte
  • du ignoriertest
  • er/sie/es ignorierte
  • wir ignorierten
  • ihr ignoriertet
  • sie ignorierten

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb weggecijferd
  • jij hebt weggecijferd
  • hij/zij/het heeft weggecijferd
  • wij hebben weggecijferd
  • jullie hebben weggecijferd
  • zij hebben weggecijferd

Perfekt Indikativ

  • ich habe ignoriert
  • du hast ignoriert
  • er/sie/es hat ignoriert
  • wir haben ignoriert
  • ihr habt ignoriert
  • sie haben ignoriert

Voltooid verleden tijd

  • ik had weggecijferd
  • jij had weggecijferd
  • hij/zij/het had weggecijferd
  • wij hadden weggecijferd
  • jullie hadden weggecijferd
  • zij hadden weggecijferd

Plusquamperfekt Indikativ

  • ich hatte ignoriert
  • du hattest ignoriert
  • er/sie/es hatte ignoriert
  • wir hatten ignoriert
  • ihr hattet ignoriert
  • sie hatten ignoriert

Toekomende tijd I

  • ik zal wegcijferen
  • jij zult wegcijferen
  • hij/zij/het zal wegcijferen
  • wij zullen wegcijferen
  • jullie zullen wegcijferen
  • zij zullen wegcijferen

Futur I Indikativ

  • ich werde ignorieren
  • du wirst ignorieren
  • er/sie/es wird ignorieren
  • wir werden ignorieren
  • ihr werdet ignorieren
  • sie werden ignorieren

Toekomende tijd II

  • ik zal weggecijferd hebben
  • jij zult weggecijferd hebben
  • hij/zij/het zal weggecijferd hebben
  • wij zullen weggecijferd hebben
  • jullie zullen weggecijferd hebben
  • zij zullen weggecijferd hebben

Futur II Indikativ

  • ich werde ignoriert haben
  • du wirst ignoriert haben
  • er/sie/es wird ignoriert haben
  • wir werden ignoriert haben
  • ihr werdet ignoriert haben
  • sie werden ignoriert haben

Conditionalis I

  • ik zou wegcijferen
  • jij zou wegcijferen
  • hij/zij/het zou wegcijferen
  • wij zouden wegcijferen
  • jullie zouden wegcijferen
  • zij zouden wegcijferen

Futur I Konjunktiv II

  • ich würde ignorieren
  • du würdest ignorieren
  • er/sie/es würde ignorieren
  • wir würden ignorieren
  • ihr würdet ignorieren
  • sie würden ignorieren

Conditionalis II

  • ik zou hebben weggecijferd
  • jij zou hebben weggecijferd
  • hij/zij/het zou hebben weggecijferd
  • wij zouden hebben weggecijferd
  • jullie zouden hebben weggecijferd
  • zij zouden hebben weggecijferd

Futur II Konjunktiv II

  • ich würde ignoriert haben
  • du würdest ignoriert haben
  • er/sie/es würde ignoriert haben
  • wir würden ignoriert haben
  • ihr würdet ignoriert haben
  • sie würden ignoriert haben

Imperatief

  • jij cijfer weg
  • jullie cijfert weg

Imperativ

  • du ignoriere
  • ihr ignoriert