Vertaling van rencontre

Inhoud:

Frans
Nederlands
rencontre [v] (la ~), abord [m] (l' ~) {zn.}
ontmoeting [v]
Leur rencontre était inévitable.
Hun ontmoeting was onvermijdbaar.
Ce fut notre rencontre initiale.
Dat was onze eerste ontmoeting.
rencontre [v] (la ~) {zn.}
symposium
colloquium [o]
rencontre [v] (la ~), rendez-vous [m] (le ~) {zn.}
afspraak  [v]
rendez-vous
Michael, voici le restaurant ou ton père et moi avons eu notre premier rendez-vous.
Michael, dit is het restaurant waar uw vader en ik onze eerste afspraak hadden.
forer, rencontrer, toucher {ww.}
aanboren

je rencontre
il/elle rencontre

ik boor aan
hij/zij/het boort aan
» meer vervoegingen van aanboren

rencontrer {ww.}
ontmoeten 
treffen 
tegenkomen
tegemoet treden
aantreffen 

je rencontre
il/elle rencontre

ik ontmoet
hij/zij/het ontmoet
» meer vervoegingen van ontmoeten

Je désirerais rencontrer Tom.
Ik wil Tom graag ontmoeten.
J'avais hâte de vous rencontrer.
Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Leur rencontre était inévitable.

Hun ontmoeting was onvermijdbaar.

Ce fut notre rencontre initiale.

Dat was onze eerste ontmoeting.

La rencontre aura lieu quel que soit le temps.

De bijeenkomst zal gehouden worden, ongeacht het weer.


Gerelateerd aan rencontre

abord - rendez-vous - forer - rencontrer - toucher