Vertaling van weeks.
Voorbeelden in zinsverband
Three weeks went by.
Drie weken gingen voorbij.
In about two weeks.
Over een week of twee.
The cold weather continued for three weeks.
Het koude weer duurde voor drie weken.
We intended to stay there about two weeks.
We waren van plan om daar ongeveer twee weken te blijven.
Two weeks have passed and I haven't seen you.
Er zijn al twee weken voorbij, en ik heb u niet gezien.
Japanese high school students go to school 35 weeks a year.
Japanse middelbareschoolleerlingen gaan 35 weken per jaar naar school.
If you give carnations 7Up instead of water, they last much longer - often as long as three or four weeks.
Als je anjers 7Up geeft in plaats van water, staan ze veel langer - vaak wel drie of vier weken.
If I wanted to scare you, I would tell you what I dreamt about a few weeks ago.
Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.