Voorbeeldzinnen over rozen
Ze kweekte rozen.
Elle a fait pousser des roses.
Ik vind rode rozen leuk.
J'aime les roses rouges.
Het leven gaat niet altijd over rozen.
Dans la vie il y a des hauts et des bas.
Er waren geen rozen in de tuin.
Il n'y avait aucune rose dans le jardin.
De geur van rozen vulde de kamer.
Le parfum de roses emplit la pièce.
Het leven gaat niet altijd over rozen.
La vie n'est pas facile.
De rozen in de tuin staan in bloei.
Les roses dans le jardin sont en train de fleurir.
Kleinbloemige rozen
Roses à petite fleur
Grootbloemige rozen
Roses à grande fleur
rozen, ook indien geënt
Rosiers, greffés ou non
Rozen, ook indien geënt:
Rosiers, greffés ou non:
Anjers, rozen en gipskruid als snijbloemen (volle grond en beschermd)
Fleurs coupées (œillets, roses et gypsophile) — plein champs
Beschermde teelt van sierplanten (behalve rozen en chrysanten)
Fleurs coupées protégées (à l'exception des roses et des chrysanthèmes)
Afgesneden rozen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
Roses, coupées, pour bouquets ou pour ornements, fraîches, du 1er mai au 25 octobre
Afgesneden rozen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober
Roses, coupées, pour bouquets ou pour ornements, fraîches, du 1er mai au 25 octobre