Vertaling van kids).
Inhoud:
Engels
Nederlands
to kid, to pull someone's leg, to fib {ww.}
een geintje maken
to banter, to chaff, to jolly, to josh, to kid {ww.}
railleren
gekken
gekscheren
schertsen
gekken
gekscheren
schertsen
he/she/it kids
hij/zij/het railleert
» meer vervoegingen van railleren
to banter, to chaff, to jolly, to josh, to kid {ww.}
badineren
he/she/it kids
hij/zij/het badineert
» meer vervoegingen van badineren
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
More kids, more hands.
Meer kinderen, meer handen.
Do you have kids?
Hebben jullie kinderen?
My aunt had three kids.
Mijn tante had drie kinderen.
You think that TV is bad for kids?
Denkt ge dat TV-kijken slecht is voor kinderen?
I put some cookies on the table and the kids ate them right up.
Ik zette wat koekjes op tafel en de kinderen aten ze meteen op.
The kids aren't playing in the living room but rather in the garden.
De kinderen spelen niet in de woonkamer, maar in de tuin.
Can you take the kids to school tomorrow?
Wil je de kinderen morgen naar school brengen?