Betekenis van:
bicyclist

bicyclist
Zelfstandig naamwoord
  • sport die aan wielrennen doet; iemand die rent (in een wedstrijd); wielrenner of autocoureur
  • a person who rides a bicycle

Synoniemen

Hyperoniemen

bicyclist
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die fietst
  • a person who rides a bicycle

Synoniemen

Hyperoniemen

bicyclist
Zelfstandig naamwoord
  • toerfietser
  • a person who rides a bicycle

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hideo turned the steering wheel sharply to avoid the bicyclist.