Betekenis van:
biscuit
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- zoet gebak van deeg, eieren en andere ingrediënten
- any of various small flat sweet cakes (`biscuit' is the British term)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- stuk van dat gebak
- any of various small flat sweet cakes (`biscuit' is the British term)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- droog koekje; droog en bros gebak
- any of various small flat sweet cakes (`biscuit' is the British term)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- biscuit
- any of various small flat sweet cakes (`biscuit' is the British term)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- koksmaat, koksjongen, koksmaatje
- any of various small flat sweet cakes (`biscuit' is the British term)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
biscuit
Zelfstandig naamwoord
- small round bread leavened with baking-powder or soda