Betekenis van:
buffet

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • meubelstuk; lage, brede kast
  • a piece of furniture that stands at the side of a dining room; has shelves and drawers

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • eetgelegenheid waar men staande eet
  • usually inexpensive bar

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van gerechten
  • a meal set out on a buffet at which guests help themselves

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • smalle vaste tafel in de keuken; bovenkant v.e. aanrecht
  • a piece of furniture that stands at the side of a dining room; has shelves and drawers

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • eetgelegenheid voor snacks; snackbar
  • usually inexpensive bar

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • gelegenheid voor theedrinken
  • usually inexpensive bar

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • eet- en drinkgelegenheid op een station; stationsrestauratie
  • usually inexpensive bar

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

buffet
Zelfstandig naamwoord
  • bijzettafeltje, bijzettafel, stommeknecht
  • a piece of furniture that stands at the side of a dining room; has shelves and drawers

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to buffet
Werkwoord
  • rondkuieren, rondslenteren
  • strike against forcefully
"Winds buffeted the tent"

Synoniemen

Hyperoniemen

to buffet
Werkwoord
    • strike, beat repeatedly
    "The wind buffeted him"

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Two for the lunch buffet, please.
    2. Don't be down, my own, but rough it, and distinguish buffet, buffet.
    3. Could you show me what you're serving in the buffet?
    4. The buffet or the cafeteria is in Car 9.
    5. There are a lot of people so today we've gone for buffet style.