Betekenis van:
chili

chili
Zelfstandig naamwoord
  • pittig gerecht van o.a. bruine bonen, vlees en chilipoeder
  • ground beef and chili peppers or chili powder often with tomatoes and kidney beans

Synoniemen

Hyperoniemen

chili
Zelfstandig naamwoord
  • scherpe specerij van gemalen cayennepeper
  • very hot and finely tapering pepper of special pungency

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

chili
Zelfstandig naamwoord
  • met cayennepeper gekruide saus
  • very hot and finely tapering pepper of special pungency

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. I love chili.
  2. I'm making chili.
  3. The chili burnt my tongue.
  4. Add seasoning, seasoned oil, and chili, to the boiling water.