Betekenis van:
enraged

enraged
Bijvoeglijk naamwoord
  • kwaad; boos; kwaad, vinnig
  • marked by extreme anger
"the enraged bull attached"

Synoniemen

enraged
Bijvoeglijk naamwoord
  • razend; woedend; hoog opschietend; erg kwaad; giftig; heel boos; woedend; furieus; woedend; erg kwaad; erg kwaad; witgloeiend
  • marked by extreme anger
"the enraged bull attached"

Synoniemen

Hyperoniemen

enraged
Bijvoeglijk naamwoord
  • woedend; zeer boos; kwaad; gebelgd; slecht gehumeurd
  • marked by extreme anger
"the enraged bull attached"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Tom is enraged.
  2. Don't you know he is enraged at your insult?
  3. The members of the opposition party were enraged against the bill.
  4. So. Having had all that done to him it would be stranger if he wasn't enraged.