Betekenis van:
hierarch

hierarch
Zelfstandig naamwoord
  • hoofd v.d. katholieke kerk in een land
  • a senior clergyman and dignitary

Synoniemen

Hyperoniemen

hierarch
Zelfstandig naamwoord
  • opperpriester; geestelijke in de Joodse kerk
  • a senior clergyman and dignitary

Synoniemen

Hyperoniemen

hierarch
Zelfstandig naamwoord
  • r.k. geestelijke met een rechtsgebied; kerkvorst
  • a senior clergyman and dignitary

Synoniemen

Hyperoniemen

hierarch
Zelfstandig naamwoord
    • a person who holds a high position in a hierarchy

    Hyperoniemen

    hierarch
    Zelfstandig naamwoord
    • aartspriester
    • a senior clergyman and dignitary

    Synoniemen

    Hyperoniemen