Betekenis van:
rigor

rigor
Zelfstandig naamwoord
  • vermogen om te bewijzen
  • the quality of being valid and rigorous

Synoniemen

Hyperoniemen

rigor
Zelfstandig naamwoord
  • gebrek aan het allernoodzakelijkste
  • something hard to endure

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

rigor
Zelfstandig naamwoord
  • onbeschaafdheid, rauwheid, ruwheid
  • excessive sternness
"the rigors of boot camp"

Synoniemen

Hyperoniemen

rigor
Zelfstandig naamwoord
  • geldigheid, gelding, validiteit
  • the quality of being valid and rigorous

Synoniemen

Hyperoniemen

rigor
Zelfstandig naamwoord
  • koortsrilling
  • something hard to endure

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Rigor mortis sets in soon after death.
  2. confirmation of the onset of rigor mortis.
  3. within a medium-term budgetary framework, continue to implement with rigor the reform of the tax administration, while allocating potential revenues to deficit reduction;