Betekenis van:
shamed

shamed
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich bewust van schuld; vol berouw; met een schuldgevoel; berouwvol
  • showing a sense of guilt

Synoniemen

Hyperoniemen

shamed
Bijvoeglijk naamwoord
    • suffering shame

    Synoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. The failure shamed Liisa.
    2. You shamed me at the station.
    3. He shamed his whole family by his conduct.