Betekenis van:
sickly

sickly
Bijvoeglijk naamwoord
    • somewhat ill or prone to illness
    "a sickly child"

    Synoniemen

    sickly
    Bijvoeglijk naamwoord
    • weeïg, wee
    • unhealthy looking

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    sickly
    Bijvoeglijk naamwoord
    • grauwgeel
    • unhealthy looking

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    sickly
    Bijvoeglijk naamwoord
    • vaalbleek
    • unhealthy looking

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. The liquor gave off a sickly odor.
    2. My desire to become a doctor grew out of looking after my sickly brother.