Betekenis van:
skipper

skipper
Zelfstandig naamwoord
  • aanvoerder
  • the naval officer in command of a military ship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

skipper
Zelfstandig naamwoord
  • leider bij scouting
  • the naval officer in command of a military ship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

skipper
Zelfstandig naamwoord
  • baas op een schip
  • an officer who is licensed to command a merchant ship

Synoniemen

Hyperoniemen

skipper
Zelfstandig naamwoord
    • a student who fails to attend classes

    Hyperoniemen

    skipper
    Zelfstandig naamwoord
    • schipper
    • the naval officer in command of a military ship

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    skipper
    Zelfstandig naamwoord
    • scheepskapitein
    • an officer who is licensed to command a merchant ship

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    skipper
    Zelfstandig naamwoord
    • kapitein-ter-zee
    • the naval officer in command of a military ship

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to skipper
    Werkwoord
      • work as the skipper on a vessel

      Hyperoniemen


      Voorbeeldzinnen

      1. Let's call the dog Skipper.
      2. Tom likes to skipper small sailboats.