Betekenis van:
tongue-in-cheek

tongue-in-cheek
Bijvoeglijk naamwoord
    • cleverly amusing in tone
    "tongue-in-cheek advice"

    Synoniemen

    tongue-in-cheek
    Bijwoord
      • in a bantering fashion

      Synoniemen

      tongue-in-cheek
      Bijwoord
        • not seriously

        Synoniemen


        Voorbeeldzinnen

        1. By the look in his eye I could tell that he was speaking tongue in cheek.