Betekenis van:
aanliggen

aanliggen
Werkwoord
  • ''~ aan'': op Romeinse wijze deelnemen aan een banket, gelegen op een sofa
"Hij had een aantal malen aan het keizerlijk hof aangelegen aan het banket."
aanliggen
Werkwoord
  • ''~ tegen'': in onmiddellijke aanraking gelegen zijn
"Hij vergeleek onder meer aapjes die als baby dicht tegen hun moeder aanlagen om te drinken met aapjes die een surrogaatmoeder hadden."