Betekenis van:
aanpassing

aanpassing
Zelfstandig naamwoord
  • het zich aanpassen
"Hij maakte een aanpassing in zijn manier van lesgeven."
aanpassing
Zelfstandig naamwoord
  • een verandering in een richting
"Dat was de goede aanpassing waardoor het computerprogramma werkte."
aanpassing
Zelfstandig naamwoord
  • bewerking v.e. stuk

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. AANPASSING
  2. Aanpassing
  3. AANPASSING
  4. Aanpassing
  5. SECTORALE AANPASSING
  6. Tweejaarlijkse aanpassing
  7. de huidige aanpassing wordt aanpassing b);
  8. De huidige aanpassing D wordt aanpassing B.
  9. de huidige aanpassing a) wordt aanpassing b);
  10. Aanpassing van de bijlagen
  11. Aanpassing aan de standaardkwaliteit
  12. De aanpassing is neutraal.
  13. Aanpassing van begrotingsuitgaven
  14. ga naar aanpassing
  15. AANPASSING DER VERDRAGEN