Betekenis van:
				
					aanpassing					
				
			
            aanpassing
Zelfstandig naamwoord
- het zich aanpassen
 
"Hij maakte een aanpassing in zijn manier van lesgeven."
aanpassing
Zelfstandig naamwoord
- een verandering in een richting
 
"Dat was de goede aanpassing waardoor het computerprogramma werkte."
aanpassing
Zelfstandig naamwoord
- bewerking v.e. stuk
 
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- AANPASSING
 - Aanpassing
 - AANPASSING
 - Aanpassing
 - SECTORALE AANPASSING
 - Tweejaarlijkse aanpassing
 - de huidige aanpassing wordt aanpassing b);
 - De huidige aanpassing D wordt aanpassing B.
 - de huidige aanpassing a) wordt aanpassing b);
 - Aanpassing van de bijlagen
 - Aanpassing aan de standaardkwaliteit
 - De aanpassing is neutraal.
 - Aanpassing van begrotingsuitgaven
 - ga naar aanpassing
 - AANPASSING DER VERDRAGEN