Betekenis van:
aanrecht

aanrecht (de/het ~ | meervoud aanrechten)
Zelfstandig naamwoord
  • smalle vaste tafel in de keuken; bovenkant v.e. aanrecht
"een stenen aanrecht"
"aan het aanrecht (staan)"

Synoniemen

Hyperoniemen

aanrecht
Zelfstandig naamwoord
  • vaste tafel met kastjes langs keukenwand
"De afwas van gisteren stond nog op het aanrecht."