Betekenis van:
aantasten

aantasten
Werkwoord
  • aanvallen, aangrijpen
"Het metaal werd langzaam aangetast door de zure neerslag."

Voorbeeldzinnen

  1. de menselijke waardigheid aantasten;
  2. Dit kan uiteindelijk de winstgevendheid van de verwerkende bedrijven aantasten.
  3. Eurobankbiljetten met meerdere toevallige vouwen die het uiterlijk sterk aantasten
  4. afwijkingen aan de vruchthuid of kneuzingen, op voorwaarde dat deze de vrucht niet ernstig aantasten,
  5. middelen, waarden en documenten die hij onder zijn hoede heeft, verloren laten gaan of aantasten;
  6. waarvan mededeling de veiligheid of de openbare orde van de lidstaat zou kunnen aantasten.
  7. Verder mogen zij niet worden vervoerd onder enige andere omstandigheden die hun gezondheidsstatus aantasten.
  8. De kostenverhoging zou slechts marginaal zijn en het concurrentievermogen van de staalindustrie niet aanmerkelijk aantasten.
  9. middelen, waarden en documenten die hij onder zijn hoede heeft, verloren laten gaan of aantasten;
  10. Ook wordt geoordeeld dat antidumpingmaatregelen het algemene concurrentievermogen van de verwerkende bedrijven niet aanmerkelijk zullen aantasten.
  11. middelen, waarden en documenten die hij onder zijn hoede heeft, verloren laten gaan of aantasten;
  12. De staatssteunregels toepassen zou het beginsel van de nuttige werking aantasten.
  13. afwijkingen aan de vruchthuid of kneuzingen, op voorwaarde dat deze de vrucht niet ernstig aantasten,
  14. Een regelgevingskader dat voor beleggingsondernemingen te veel onzekerheid meebrengt, kan de effectiviteit van deze ondernemingen evenwel aantasten.
  15. Dergelijke afspraken zouden echter de rechten van de onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallende personen niet mogen aantasten.