Betekenis van:
aantonen

aantonen
Werkwoord
  • wijzen
aantonen
Werkwoord
  • bewijzen

Voorbeeldzinnen

  1. Aantonen van gelijkwaardigheid
  2. Aantonen van vermoeiingssterkte
  3. Kan de lidstaat aantonen dat:
  4. Reproduceerbaarheid bij verschillende concentraties aantonen
  5. Kan de EVA-staat aantonen dat:
  6. aantonen van de noodzaak van korte landingen.
  7. Aantonen en onderhouden van praktische vaardigheden
  8. aantonen dat de vergunningsvoorwaarden worden nageleefd.
  9. Een erkende veiligheidsorganisatie moet kunnen aantonen:
  10. Aantonen en onderhouden van theoretische kennis
  11. AANTONEN DAT WORDT VOLDAAN AAN DE VEILIGHEIDSVEREISTEN
  12. Aantonen van de noodzaak voor korte landingen.
  13. aantonen dat het systeem voldoet aan de vastgestelde veiligheidsvereisten, en
  14. een test voor het aantonen van antilichamen, en
  15. Daartoe verstrekt de betrokken EVA-staat gegevens die aantonen dat: