Betekenis van:
afkorting

afkorting (de ~ | meervoud afkortingen)
Zelfstandig naamwoord
  • door weglatingen ingekort woord
"een afkorting gebruiken"
"door al die afkortingen wordt zo'n advertentie al gauw onleesbaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

afkorting
Zelfstandig naamwoord
  • algemeen: het inkorten van een woord of een frase
"Hij schreef dat woord op als een afkorting."
afkorting
Zelfstandig naamwoord
  • in het bijzonder: een aanduiding van een woord of een woordgroep door een beperkt aantal letters, dat als het gehele woord of woordgroep wordt uitgesproken
"Ir. is de afkorting voor ingenieur en n.a.v. is de afkorting voor naar aanleiding van."

Voorbeeldzinnen

  1. Apr. is een afkorting voor april.
  2. VK is de afkorting van het Verenigd Koninkrijk.
  3. Afkorting
  4. Officiële afkorting
  5. Acroniem of afkorting Betekenis
  6. AFKORTING VAN DE EXPLOITANT
  7. LS = afkorting van de lidstaat
  8. Acroniem of afkorting Betekenis ABEC
  9. LS = afkorting van de lidstaat
  10. Definitie van de Afkorting Voertuig Exploitant (AVE)
  11. Andere namen (triviale naam, handelsnaam, afkorting)
  12. Formaat van de Afkorting Voertuig Exploitant
  13. De afkorting INCI staat voor „International Nomenclature Cosmetic Ingredient”.
  14. Bepalingen voor het toewijzen van een Afkorting Voertuig Exploitant
  15. de afkorting van de exploitant (zie bijlage P.1);