Betekenis van:
afmelden

afmelden
Werkwoord
  • aanwezigheid of vertrek melden
"zich afmelden wegens een blessure"
"een kenteken afmelden"

Hyperoniemen

afmelden
Werkwoord
  • de sessie binnen een programma beëindigen
"Toen hij klaar was met het programma moest hij zich afmelden."
afmelden
Werkwoord
  • niet langer deelnemen aan
"Hij meldde zich af van die vergadering omdat hij een andere afspraak had."